Eigenaar van deze put is de Vlaamse gemeenschap. Een duikvergunning is enkel te verkrijgen via duikclub Guy Serville. Die duikvergunning is maar voor een beperkte duur geldig (testperiode).

De plas ligt ook in een natuurgebied. De plas zelf is een oude zandwinningsput.

Enkel in het oostelijke deel - meest rechtse plas - mag er gedoken worden. Er is aan de oever een inlichtingsbord met plan. De toegelaten zone is afgebakend met boeien.

De bodem bestaat uit zeer fijn zand, welke veel stof geeft wanneer de duiker niet goed uitgetrimd is. Vissoorten die je er aantreft zijn: karper, snoek, baars en paling. De zichtbaarheid in de zomermaanden is over het algemeen niet veel zaaks: 1 tot 1,5 meter maximum. Reden hiervoor is de hoeveelheid duikers (leerlingen) en het opgedwarrelde stof, verder het water zelf, door de warmte vormt zich een witte sluier die blijft zolang het water te warm is. (juli – augustus en september). De zichtbaarheid in de wintermaanden is veel beter: 3 tot 4 meter. De zichtbaarheid wordt beter van zodra het water onder de 12 graden gaat, dus ongeveer vanaf oktober tot mei. Er zijn geen objecten afgezonken omdat het hier om een natuurgebied gaat.

De oevers zijn verstevigd met puin, je moet soms opletten voor uitstekende betonijzers. Hier zit uiteraard het meeste vis. De plantengroei in de zomer beperkt zich tot een diepte van max. 4 meter. Vanaf 8 a 9 meter wordt al het snel donker. Je hebt er zeker een lamp nodig. Verder is er alleen maar zand. Voor de clubs uit de regio is dit een ideale put om te trainen, les te geven en kompas lezen ... Bij velen valt deze duikplaats tegen, vooral dan door de matige zichtbaarheid, doch gezien het voor de regio de enige put is in de streek, is men al blij dat hij bestaat.